Hilversum,
23
februari
2017
|
10:51
Europe/Amsterdam

UITKOMSTEN GENERATION WHAT?: NEDERLANDSE JONGEREN POSITIEVER DAN EUROPESE LEEFTIJDSGENOTEN

POLARISATIE TUSSEN HOGER EN LAGER OPGELEIDE JONGVOLWASSENEN NEEMT TOE

Nederlandse jongeren staan positief in het leven. Dit blijkt uit het grote Europese jongerenonderzoek 'Generation What?' dat BNN samen met de European Broadcasting Union (EBU) uitvoerde. Hier deden ruim 12.000 Nederlandse en 250.000 andere Europese jongeren aan mee. Twee derde van de Nederlandse jongeren is van mening dat, ondanks de krediet-, klimaat- en vluchtelingencrisis, hun toekomst er minstens zo goed uit zal zien als die van hun ouders. In andere Europese landen zijn jongeren pessimistischer zijn over hun toekomst. Dit optimisme zorgt er wel voor dat Nederlandse jongeren een minder grote drang hebben om een steentje bij te dragen aan de maatschappij. Vooral de politiek kan rekenen op grote onverschilligheid van Nederlandse jongeren vergeleken met Europese leeftijdgenoten.

Uit het onderzoek 'Generation What?' komt naar voren dat Nederlandse jongeren in vergelijking tot andere Europeanen veel vertrouwen hebben in instituties, politici, het leger, de politie en de rechtstaat. Dit zou kunnen verklaren waarom Nederlandse jongeren niet zo’n grote drang hebben tot verandering. Zo antwoordt 21% van de jongeren dat het hen niet uitmaakt of ons land wel of niet de EU moet verlaten. 61% van de jongeren was nooit lid van een politieke organisatie en heeft daar ook geen interesse in. En één op de drie jongeren geeft aan blij te kunnen zijn zonder stemrecht. Ingezoomd blijkt echter dat er een tweedeling zichtbaar is tussen laag- en hoogopgeleide jongeren in Nederland. Laagopgeleide jongeren hebben een veel grotere drang naar verandering. Zij geven aan veel sneller deel te nemen aan een opstand tegen de generatie die de macht in handen heeft. Deze tweedeling is het grootst van heel Europa. De onverschilligheid en desinteresse richting de politiek en het hoge percentage jongeren dat aangeeft blij te kunnen zijn zonder stemrecht zijn voor BNN reden om vol mee te gaan in de campagne van De Stembus om jongeren op 15 maart te laten stemmen.

Nederlandse jongvolwassenen voelen zich vergeleken met hun Europese leeftijdsgenoten dus minder geroepen om actief in opstand te komen tegen ‘de generatie die nu de macht in handen heeft’. Dit is deels te verklaren doordat Nederlandse jongeren ook een relatief sterke band met die generatie hebben. De vijftigers en zestigers die momenteel het land besturen zijn namelijk hun ouders en Nederlandse jongvolwassenen onderscheiden zich in Europa door een opvallend vertrouwelijke band met hun ouders; 67% van de jongvolwassenen Facebook-vrienden is met hun ouders (versus 42% in Europa) en in Nederland praten jongvolwassenen bijvoorbeeld eerder met hun ouders over (liefdes)relaties: 71% in Nederland, versus 50% in Europa. Nergens in Europa zijn deze percentages zo hoog.

Voor het onderzoek van 'Generation What?' zijn 250.000 jonge Europeanen in de leeftijdscategorie 18 tot 34 jaar ondervraagd over thema’s als politiek, seks en de toekomst. Van april 2016 tot september 2016 voerde BNN dit onderzoeksproject in Nederland uit onder meer dan 12.000 jongvolwassenen. Het onderzoek 'Generation What?' werd in twaalf Europese landen uitgevoerd. 

Het rapport met alle Nederlandse uitkomsten van 'Generation What?' is terug te vinden op de site van BNN. Het onderzoek is gedaan in samenwerking met NPO 3FM, FunX, Metro en 101Barz. De resultaten zijn tot stand gekomen met behulp van socioloog Peter Achterberg en onderzoeksbureau YoungWorks.